Over planten

127. Klaver is mooi en nuttig onkruid

Klaver is een inheemse plantenfamilie. We hebben in Nederland minstens 15 soorten in de Trifolium familie, die bijna allemaal echt inheems zijn. Het zijn meestal enthousiaste groeiers en bloeiers, maar toch worden de planten meestal niet tot de storende onkruiden gerekend. Een paar soorten worden zelfs als uiterst nuttige planten beschouwd en door de boer uitgezaaid.

Eerst de planten

127. Inkarnaatklaver (250K) Inkarnaat klaver is een hele fraaie wilde plant met opvallend rode bloemen. De plant is niet inheems.

Wereldwijd zijn er zo'n 240 verschillende soorten klaver in de Trifolium familie. De Oecologische Flora noemt dertien soorten inheems. Daarnaast hebben nog verschillende inheemse soorten in vier of vijf andere verwante 'klaverachtige' families. En weer wat verder weg de hele grote familie vlinderbloemigen waar ze allemaal onder vallen en waarvan er nog meer inheems zijn. Veel te veel voor één artikel natuurlijk. Ik beperk me tot de Trifolium familie. Trifolium betekent 'drieblad' en de meeste familieleden hebben zoveel blaadjes, behalve natuurlijk het geluksklavertje: klavertje vier. Klaverzuring heeft vaak vier of meer blaadjes in de hartjes vorm. Deze plant is wel in de verte verwant maar hoort niet bij de vlinderbloemigen en dus zeker niet bij de Trifolium familie. En brengt dus ook geen geluk, maar is wel decoratief.

De directe aanleiding voor dit artikel was inkarnaatklaver (Trifolium incarnatum), een schitterende wilde plant met opvallende, rode bloemen maar niet inheems. De belangrijkste klaversoorten voor de boeren zijn wel inheems: rode (Trifolium pratense) en witte klaver (Trifolium repens). Echt inheemse planten bij de landbouwgewassen zijn tegenwoordig best zeldzaam! De witte klaver blijft laag en kan zich goed handhaven tussen het gras in de wei, zelfs met koeien die de klaver lekker vinden. Rode klaver wordt langer en wordt dan mee gemaaid met het lange gras voor veevoer.

127. Witte klaver (207K)
Witte klaver is inheems en wordt net als de rode door de boeren gezaaid

Naast deze wat bijzondere klavers, hebben we dus nog een tiental minder opvallende die echt als wilde planten leven. Teveel om ze allemaal te bespreken, maar mijn eerste keuze was al fout: klein vogelpootje, een heel klein plantje met hele mooie kleine bloemetjes. Het lijkt op klaver, maar de Latijnse naam is (Ornithopus perpusillus) en het is dus geen echte klaver, maar wel een vlinderbloemige. We hebben in Nederland ook nog vogelpootklaver (Trifolium ornithopodioides) en dat is wel een echte klaver, maar die is weer erg zeldzaam en onopvallend.
Hazenpootje (Trifolium arvense) is ook niet opvallend, maar ook niet zeldzaam. Soms staan er een hele boel bij elkaar en dan is het zacht roze en 'wollige' van de bloei toch wel apart. De Nederlandse naam van het plantje wijst hier ook op. Hazenpootje heeft wel de drie blaadjes van de echte klaversoorten, maar die zijn zo smal dat niet echt op een klaverblad lijkt.

Kleine klaver (Trifolium dubium) is inderdaad klein en heeft gele bloemetjes, weer eens wat anders. De plant is zo algemeen dat de Nederlandse verspreidingsatlas bijna helemaal paars is. De plant groeit bij voorkeur tussen het gras en heeft daar een positieve bijdrage: stikstof leveren en gegeten worden door het vee. Dus laat maar groeien. Want klaver is nuttig!

127. Kleine klaver (261K)
Kleine klaver is inheems, klein en algemeen en toch onopvallend.

Klaver is nuttig
De populariteit van klaver heeft zeker te maken met het feit dat het een nuttig landbouwgewas is. Op de eerste plaats vindt het vee klaver lekker en is het voedzaam. Maar waarschijnlijk is de oorzaak voor de interesse toch de wat geheimzinnige manier waarop de familie Trifolium en de andere vlinderbloemige planten, deels hun eigen kunstmest maken. Wanneer en waar de boeren voor het eerst zagen dat er iets speciaals is met klaver, weten we niet. Maar in het oude hertogdom Brabant en de Italiaanse Povlakte wist men kort na de Middeleeuwen al dat er iets geheimzinnigs, maar nuttigs was met klaver. Het heeft echter nog eeuwen geduurd voordat duidelijk werd wat dat geheimzinnige was en zeker ook zo lang voordat de boeren het algemeen accepteerden. Dat laatste zal natuurlijk ook te maken hebben met het behoudende van de boeren, maar het ligt in dit geval toch wat ingewikkelder.

Hoe werkt klaver
Planten hebben om te groeien behalve water, koolzuur en zonlicht, ook een aantal mineralen nodig. Die halen ze uit de grond en de belangrijkste staan bekend als NPK: stikstof (Nitraat, de N), fosfor (Phosphorus, de P) en kalium, de K. Dit zijn niet toevallig ook de medeklinkers in Pokon, de mest voor kamerplanten. Fosfor en kalium zit er toevallig veel of weinig in de grond en als er te weinig van is moet de boer dat aanvullen met materiaal dat uit mijnen wordt gehaald. Of uit stalmest en dergelijke want daar zitten ze in als resten van eerdere planten. Maar stikstof is een apart geval. Dat kan niet in een bruikbare vorm uit mijnen worden gehaald, maar alleen uit de genoemde mest, dode planten etc. Daarmee is duidelijk waarom voor de boeren stalmest vroeger zo belangrijk was.
In de 19e eeuw werd stikstof meststof als 'Chili salpeter' gewonnen op de kusten van Zuid-Amerika, maar dat bleek uiteindelijk gedroogde vogelpoep te zijn. Maar stikstof gas hebben we genoeg: de lucht bestaat voor bijna 80% uit stikstof, maar daar kunnen de planten niets mee. Bij onweer produceert de bliksem in de lucht nitraat, maar dat is waarschijnlijk te weinig voor alle planten. Gelukkig bestaan er bacteriën die wel iets met de stikstof kunnen: die kunnen stikstof uit de lucht omzetten tot nitraat dat bruikbaar is voor planten. En die bacteriën zitten graag in kleine knolletjes op de wortels van vlinderbloemige planten zoals klaver! De plant levert de bacteriën wat zij nodig hebben en krijgt er nitraat voor terug!
De klaver kan door de koeien opgegeten worden en het nitraat komt dan deels weer terug als mest. Of de klaver deelt in de wei het nitraat met het gras dat dan beter groeit, of de boer ploegt de klaver onder en zaait er bijvoorbeeld graan op.

127. Hazenpootje (287K)
Hazenpootje is een fraai inheems plantje. Het wordt niet ingezaaid, maar wordt ook niet als onkruid gezien.

Klaver en de boer
Dat de boeren voor ca. 1850 niet wisten hoe het precies zat met al die mineralen en de planten, is ze niet kwalijk te nemen. Pas toen ontdekte Justus von Liebig hoe het in elkaar zat. Maar boeren hoeven meestal niet te weten hoe het werkt, als ze maar zien dát werkt en bijvoorbeeld een grotere oogst oplevert. Daar zat het probleem. Als een wei wordt ingezaaid met klaver en gras, is het eerste jaar de opbrengst geweldig. Het tweede jaar is de opbrengst wat minder en na een aantal jaren wordt het stabiel op een niveau dat niet spectaculair veel hoger ligt dan zonder klaver: gras en klaver zoeken blijkbaar een stabiel niveau dat voor hen samen optimaal is. Maar de boer wil natuurlijk het top niveau!
Bovendien was vroeger het drieslag of vierslag systeem gebruikelijk. Daarbij werden twee of drie verschillende oogsten afgewisseld met één jaar braak liggen. De koeien van het hele dorp mochten dan op de braakliggende percelen grazen en hun mest daar achterlaten. Maar dat ging natuurlijk niet samen met daar klaver zaaien!

Een duidelijk beeld van het gebruik van klaver door de boeren vóór de ontdekkingen van Liebig hebben we niet. Her en der werd er wel mee geëxperimenteerd maar waarschijnlijk wisten die onderzoekers ook niet welke kant ze op moesten. De meest dramatische mislukking staat op naam van de Franse Markiezin de Marboeuf bij het begin van de grote revolutie in 1789 in Frankrijk. Zij had op haar landgoed een aantal percelen met klaver ingezaaid. Waarschijnlijk was die klaver bedoeld voor haar melkvee want ze leverde melk en room aan restaurants en dergelijke in Parijs. Waarschijnlijk was dat toen nog ongebruikelijk, want tijdens de revolutie werd ze er van beschuldigd dat ze die gronden had onttrokken aan de graanteelt en zo de hongersnood had vergroot! Ze werd ter dood veroordeeld en onthoofd!

Na 1900 slaagde men er in om in de fabriek stikstof uit de lucht om te zetten in nitraat voor de landbouw en konden de boeren voortaan eigenlijk op alle gronden werken. Als eerste sneuvelden toen grote heidevlakten. Nu willen we om milieu redenen toch weer liever met klaver werken dan met kunstmest. Maar het blijkt toch ook nu nog niet echt eenvoudig. Als ik in de adviezen van Wageningen zie hoe gevoelig het ligt om met klaver en diverse soorten kunstmest een stabiele hoge grasopbrengst te krijgen! Moeder natuur laat zich graag helpen, maar moeilijk sturen!

Jan van Dingenen - 2020